Email

hello@example.com

Phone

+32 458 623 874

Kingdom

Universal Studio
8-12 Neal St, London
WC2H 9PU

65 jaar Eigenwijks

Als bewonersorganisatie houdt Eigenwijks zich al sinds 1958 bezig met alles wat bewoners beweegt in het Amsterdamse stadsdeel Nieuw-West. En nog valt er elke dag zoveel te ontdekken! We willen alle hoekjes en gaatjes in Nieuw-West kennen én kijken ook wat er in heel Amsterdam allemaal gebeurt. Iedereen verdient het om zich thuis te voelen in de eigen wijk. Dat je je veilig voelt, fijne contacten hebt die het leven leuker of makkelijker maken. Dat je de weg weet te vinden naar hulp als je dat nodig hebt. Eigenwijks brengt bewoners bij elkaar.

De kracht van een wijk komt van binnenuit. Van de bewoners zelf. Maar de vrijwilligers en medewerkers van Eigenwijks zitten ook niet stil. Wij houden ervan om precies te weten wat er speelt in de buurt en wat bewoners bezighoudt.

Eigenwijks bestaat dit jaar 65 jaar. Als bewonersorganisatie houdt Eigenwijks zich al sinds 1958 bezig met alles wat bewoners beweegt in het Amsterdamse stadsdeel Nieuw-West. Afgelopen jaren hebben we ontzettend veel meegemaakt, gezien, bereikt en gevierd. Tijd om terug te kijken. Dit doen wij door dit jaar 65 bijzondere bewoners uit Nieuw-West te portretteren. Scrol naar beneden om alle portretten te lezen.

“Altijd dicht bij jezelf blijven en zelf bepalen wat je wilt doen zijn dingen die ik vanaf jongs af aan al van mijn ouders heb meegekregen. Doordat ik veel praatte en eigenlijk altijd de entertainer van het gezin was, wilde ik graag advocaat worden. Als kind liep ik altijd met een lang zwart vest en zware boeken van mijn moeder onder mijn arm door het huis alsof ik advocaat was. Dan stond ik achter het ledikantje van mijn broertje te betogen totdat hij begon te krijsen. Wanneer mijn moeder hem dan uit zijn bedje haalde, had ik het gevoel dat ik hem succesvol had bevrijd uit zijn ‘cel’. 

Een logische stap was het volgen van een juridische opleiding. Ik kwam er echter vrij snel achter dat dit toch niet zo goed bij mij paste. Ik wist niet zo goed wat ik dan wel wilde doen en raakte een beetje in de knoop met mijzelf. Ik kon mij niet goed identificeren met mijn Turkse kant, maar ook niet met mijn Nederlandse kant. Het voelde alsof ik er bij allebei niet helemaal bij hoorde. Per toeval kwam ik een aantal meiden tegen die precies hetzelfde ervaarden als ik. Door hun schrijnende verhalen wilde ik hen helpen. Voor ik het wist had ik een groep van 25 meiden om me heen verzameld in Slotervaart. We kwamen samen in cafeetjes, maar dit bleek geen geschikte plek om openlijk te praten. Zo kwam ik in contact met Eigenwijks en met Dick Glastra van loon, die destijds opbouwwerk deed in Slotervaart. Bij Eigenwijks kregen we wekelijks twee dagdelen een ruimte om samen te komen. Waar we openlijk konden praten, huilen, schreeuwen en onszelf konden zijn.  

Dat was ontzettend gaaf. En dat was waar ik energie van kreeg. Op een avond besloot ik Dick te bellen en hem te vertellen dat ik mij graag wilde ontwikkelen, een studie wilde doen en het werk wilde doen wat hij deed. “Wat heb ik hiervoor nodig?”. Op dat moment was er toevallig net sprake van een vrijgekomen vacature, waar ik op mocht solliciteren. 

Het sollicitatiegesprek was een grote teleurstelling. Er zaten vijf – in mijn beleving – grijze mannen tegenover me, waardoor ik een heel ander beeld kreeg van de organisatie waar ik mij altijd juist zo thuis voelde. Na mijn gesprek kon ik het toch niet laten om nog iets te zeggen. “Ik ben reuze-enthousiast over uw organisatie, maar ik ben teleurgesteld dat jullie vandaag hier tegenover mij zitten. Hierdoor voel ik mij niet op mijn gemak en heb ik het gevoel dat ik niet helemaal mezelf heb kunnen zijn. Dat wilde ik aan u meegeven.” 

Ik wist dat de baan nu niks meer zou worden, maar ik was wel opgelucht. Ik had mezelf in ere gehouden en ik had mijn mond opengetrokken toen ik dit nodig vond. Tot mijn grote verbazing werd ik een week later uitgenodigd voor een tweede gesprek.  

Van 2003 tot 2011 heb ik opbouwwerk in Slotervaart gedaan. Na de herijking van de subsidie hebben we dit vanaf 2011 voortgezet in Slotermeer en Geuzenveld. Hier was ontzettend veel werk aan de winkel waardoor ik op een heel organische manier in de functie van inhoudelijk coördinator rolde. Vervolgens ging ik aan de slag als Teamleider en dit heb ik tien jaar lang met plezier en vol overgave gedaan. In 2023 mocht ik plaatsnemen in de directeursstoel waardoor de spreekwoordelijke cirkel voor mij rond is. Vanuit een intrinsieke behoefte om mezelf als mens te vinden heb ik nu een rol waarin ik die behoefte voor anderen kan vervullen.  

Onze inzet is geworteld in het bouwen en versterken van gemeenschappen waarin bewoners samenkomen om een grotere, positieve impact te creëren. Gemeenschapsvorming is het hart van onze missie en ons werk. In een tijd waarin isolatie en individualisme soms de boventoon voeren, zetten wij ons in om mensen bijeen te brengen en te inspireren tot gezamenlijke initiatieven. Hier zetten wij ons al 65 jaar voor in en dit blijven wij ook doen, want wij geloven in de kracht van het collectief.  

Voor het volgende portret zou ik graag de huidige bestuursvoorzitter Al M’Charek willen nomineren.  Al werkt – samen met ons bestuur – hard aan ons voortbestaan en daarom verdient hij een plekje in deze portrettenreeks.”

Eigenwijks bestaat in 2024 65 jaar. Tijd om terug te kijken. Dit doen wij door bijzondere mensen uit Nieuw-West te portretteren. Eén van die mensen is Sibbele Wignand, opbouwwerker in Slotermeer en daar een bekend gezicht voor velen. 

“Soms zie je niet direct resultaat in het werk als opbouwwerker, maar je maakt echt verschil. Je zorgt er bijvoorbeeld voor dat de mensen die dreigen uit te vallen, weer onderdeel worden van de maatschappij. Een mooi voorbeeld uit mijn tijd als jongerenwerker: 

Er kwam een Marokkaanse man in een djellaba naar me toe, een man met een lange volle baard. Hij had zijn vrouw en kinderen aan zijn zijde. “Sibbele! Ben jij Sibbele?” vroeg hij. Ik dacht dat ik gek werd, omdat ik echt geen enkel idee had wie deze man was maar hij mij wel kende. Na een kort gesprek viel het kwartje. Hij had toen hij jong was vastgezeten en daarna probeerde ik hem samen met collega’s op het rechte pad te krijgen. Dit deed ik bijvoorbeeld door hem te laten inzien dat zijn neefjes en nichtjes naar hem opkeken, dat zij zoals hij wilden zijn. We hadden lange gesprekken daarover. Zodra hij zich realiseerde dat hij ook een voorbeeld kon zijn, sloeg hij als een blad aan een boom om en ging hij op zoek naar werk. 

Ik heb dat wel vaker meegemaakt. Tijdens een conferentie voor preventie jeugdcriminaliteit kwam er ook iemand op mij af waarvan ik in eerste instantie niet wist wie dit was. Dit bleek een jongen uit de buurt te zijn die inmiddels wijkagent was geworden. “Je hebt er veel van ons in die tijd gered, je gaf ons het gevoel dat het wél kon.” Veel van deze jongens groeiden op voor galg en rad, maar bij mij kregen ze een baantje. Eerst als vrijwilliger, daarna als jongerenwerker. 

Ik heb vroeger altijd in het jongerenwerk gezeten. Dat deed ik vooral met de jongeren zelf; je geeft ze een kans en mogelijkheden waardoor ze het idee krijgen dat ze er ook toe doen, mee mogen doen en verder kunnen komen. Na een periode bij DOCK en in de Jordaan kreeg ik in 2019 van verschillende kanten te horen dat Eigenwijks echt bij mij zou passen: ‘Zoals jij bent, zo willen ze daar werken’.  

Bij Eigenwijks ondersteunen we bewoners die iets willen doen voor de buurt. Dat is onze kerntaak. Maar je komt ook in aanraking met bewoners die een probleem hebben, bijvoorbeeld vanwege armoede of omdat hun huis gesloopt wordt. Eigenwijk heeft verschillende buurthuiskamers die bedoeld zijn voor bewoners die activiteiten organiseren. Dit is soms een praatgroepje voor gelijkgezinden, of koffieochtenden. Maar ook armoedeprojecten. Een activiteit is altijd meer dan gewoon een activiteit: er zit een sociaal doel achter. 

Als opbouwwerker doe je niet alles zelf, maar leg je het eigenaarschap juist bij de bewoners. We maken voornamelijk gebruik van het vermogen dat er al is in de buurt. Dat is mijn boodschap: geloof in de kracht van mensen zelf. Mensen kunnen heel veel betekenen. Wij zijn er alleen maar om deze bewoners naar voren te schuiven. 

Ik ga bijna met pensioen. Maar ook dan zal ik niet stilzitten. Mijn vrouw handelt in vintage meubels, dus ik zal haar helpen om die stukken op te knappen in haar werkplaats. Ook hebben we een grote volkstuin waar altijd werk is, zoals het bouwen van een nieuw kippenhok of het renoveren van mijn kas. Opbouwwerk is eigenlijk het bouwen van een structuur, voor mensen. Maar het is ook leuk om straks dingen te maken met mijn handen.”

 

Door: Lieke van den Belt, Karin van Leijen

Contact met de ander is voor mij zo ontzettend belangrijk. Dat geldt voor veel mensen. Dus zorg ik ervoor dat we elkaar in de buurt kunnen ontmoeten. Dat we samen iets gezelligs kunnen doen. Dan komen de verhalen ook los. Soms zie je dat iemand wat meer nodig heeft. Als het me lukt dat te geven, ben ik zelf ook happy. Want wat je geeft, krijg je terug.

Alwin Chandi, dam- en kaartgroep buurthuis De Aker

Van Elvis Presley tot André Hazes, ik zing het allemaal graag. Ik ben maar een amateurtje, maar ze zeggen dat ik mooi kan zingen. Ondanks m’n beperkingen heb ik nog iets om plezier uit te halen. Iets dat andere mensen ook plezier geeft. Elke week swingen we, zingen we, op nummers van vroeger. Mensen gaan met een goed gevoel naar huis. Even dat sociale contact – en vooral muziek – doet een mens goed.

Bert Mulder, Voetjes van de Vloer buurthuis België

Iets voor een ander doen maakt me een gelukkiger mens. Ik kwam hier 25 jaar geleden wonen, kende niemand en voelde me alleen. Via het buurthuis leerde ik buurtgenoten kennen. Vrijwilligerswerk heeft me, naast mijn baan, veel opgeleverd. Elke week spreek ik mijn buren écht. Niet alleen even in het voorbijgaan. Bekende gezichten in je wijk maakt dat je je thuis voelt. Dat maakt niet alleen jezelf, maar ook een buurt sterker.

Gülçin Sevincer, Turkse vrouwengroep Toprak Ana buurthuis België

Met je handen in de aarde heeft iets heiligs. In de natuur, in contact met buren, terwijl je de buurt mooier maakt. Er is niks socialers dan groen. Mensen met wie ik anders niet vanzelfsprekend in contact kom, spreek ik wel als we samen schoffelen. Zo worden we meer en meer een samenleving waarin mensen elkaar kennen en naar elkaar omkijken. Dat is fijn. We hebben elkaar nodig op dit stukje aarde.

Robert van Ginkel, Groen Groep Nieuw Sloten

“Na mijn pensioen ben ik actief geworden in de buurt, dit was in 2016. Ik maakte deel uit van de regiegroep in Slotervaart Zuid waarvandaan ik langzamerhand met verschillende mensen en platformen in aanraking kwam. Met het overkoepelend overleg van de regiegroepen kwam ik voor het eerst in contact met Eigenwijks. Vervolgens sloot ik mij aan bij De Proeftuin voor Buurtplatformrecht. Hier onderzoeken buurt- en bewonersplatforms, wijkpartners en de gemeente hoe we in de buurt tot een meer effectieve en duurzame manier van samenwerking kunnen komen.

Naast mijn werk was ik altijd veel bezig met kunst en fotografie. Het was mijn bedoeling om dit tijdens mijn pensioen verder uit te breiden, maar ik merkte dat ik als persoon veel meer impact had dan met mijn fotografie. Op een of andere manier kan ik heel gemakkelijk allerlei mensen mobiliseren om dingen samen te doen. En omdat ik hier zelf ook energie van krijg blijf ik dit doen. Ik doe alleen maar dingen waar ik energie van krijg.

Tijdens de nieuwjaarstoespraak van Serfanim Uysal werd ik blij verrast door haar perspectief. Ze refereerde naar het boek ‘Boom, vaas vis; anders kijken opent je ogen’ van Youssef Azghari met een bijzondere boodschap. “Wees nieuwsgierig naar elkaar, kijk en luister met een open blik en een open hart.” Ik werk ook vanuit het besef dat er altijd heel veel verschillende perspectieven zijn op dezelfde gebeurtenis. Dit merk je ook in de buurten: iedereen heeft verschillende meningen en het is noodzaak om hier goed mee om te kunnen gaan.

Als we de mens meer centraal willen stellen dan is dít de manier om dat te doen. Elk mens moet gezien en gehoord worden. Op de een of andere manier zijn we in staat om meer geraakt te worden door een ander als diegene zich openstelt. Dat dit werkt betekent niet dat ik weet waarom dit zo werkt. Op deze manier komt het mysterie van het leven weer tot leven tussen ons: je snapt niet hoe het werkt, maar het werkt en dat is mooi.

De ontwikkelingen zijn de laatste jaren heel hard gegaan. De technologische vooruitgang is mooi. De dingen die ik nu doe zou ik nooit kunnen doen als bijvoorbeeld het internet niet bestond. Maar je moet er als mens en collectief wel in mee kunnen groeien. We moeten de technologie weer in dienst van ons zetten, zodat de mens weer centraal staat. We moeten andere manieren blijven vinden om met elkaar om te kunnen gaan.

Ik heb niet alle antwoorden, maar ik weet wel dat je erop moet blijven letten dat je er echt voor de mensen bent. Dat je onderdeel bent van de beweging om die mensen te laten bloeien. En om het collectief te laten bloeien. Wees integer en zet mens en de planeet weer centraal. Dit kun je niet alleen. Wij moeten leren om dit samen te dragen.

Graag zou ik een portret van Menno van de Kaskantine zien. Menno is al jarenlang actief met groen in de buurt en heeft een duidelijk perspectief.”

‘Ik ben bijna drie jaar werkzaam bij Eigenwijks als opbouwwerker. Nu nog in Geuzenveld, maar straks voor heel Nieuw-West. Ik ga me meer richten op kunst en cultuur en hoop van De Serre een bruisend debat- en dialoogcentrum te maken waar de buurt ook naar een concert kan komen luisteren. Ik ben eigenlijk theaterdocent en zit al dik 25 jaar in het welzijnswerk. Als docent heb je altijd wel creatieve werkvormen die je snel kan gebruiken om tot dialoog te komen of mensen in beweging te krijgen.’

‘Toen ik bij Eigenwijks begon dacht binnen no time: hier ga ik werken tot mijn pensioen. Het is zo’n ontzettend bijzondere organisatie: de collega’s zijn heel loyaal en we hebben allemaal een grote liefde voor Eigenwijks. Het is gewoon super leuk en zingevend werk.’

‘Als opbouwwerker bouw je aan relaties en een netwerk in de buurt. Zelf organiseer je eigenlijk niks: je kijkt waar de behoeften van bewoners liggen en hoe je ze kan helpen om te doen wat ze graag willen. Het samenbrengen geeft veel voldoening, maar kost ook heel veel energie en geduld. Een oud-collega verwoordde dat mooi: “Ons werk zou je kunnen vergelijken met het bouwen van een grote kathedraal. Het is zo’n langdurig proces dat je niet altijd het eindresultaat meemaakt, maar je bouwt samen door”.’

‘Het is moeilijk om een herinnering te noemen die eruit springt, want ik kom heel vaak sufgepraat thuis en dan denk ik: wat heb ik nou eigenlijk gedaan? Het zijn heel veel kleine momenten die me bijblijven. Zo zat ik thuis laatst tot 23:00 uur achter mijn laptop om contacten te benaderen voor een groep bewoners die moeilijkheden hadden bij het realiseren van een gezamenlijke binnentuin. Ik kan het niet hebben als bewoners vastlopen: dat is het activistische dat we hebben bij Eigenwijks.’

‘Mijn droom voor Nieuw-West is dat niet-Nieuw-Westenaren wat positiever gaan kijken naar het stadsdeel: dat we niet meer worden gezien als een plek met rellen en criminaliteit. Ik zou het heel leuk vinden als het ooit zover komt dat mensen uit de stad of buiten Amsterdam naar Nieuw-West komen omdat het gewoon een ontzettend mooi stadsdeel is! Bewoners van Nieuw-West zijn heel veerkrachtig en juist omdat er in Nieuw-West geen dominante culturele groep is, is het zo divers als je daarin samenleeft.’

‘De rellen in november op Plein ‘40-’45 waren bij mij om de hoek. We hoorden vanuit huis de helikopters, knallen en sirenes. Het is mooi om te zien hoe er vanuit de buurt gereageerd werd op die rellen. Er werd gezegd: “Nee jullie komen niet aan ons stadsdeel, dit is het mooiste stadsdeel dat er is.” Toen ik in Nieuw-West kwam wonen, heeft dat me het meest verrast: hoe erg mensen zich inzetten voor hun buurt. In coronatijd is dat enorm versterkt. Mensen keken ontzettend naar elkaar om en deden boodschappen voor elkaar.’

‘Het is 7,5 jaar geleden dat ik via een vacature als junior opbouwwerker bij Eigenwijks aan de slag ging. Inmiddels ben ik teamleider bij de locaties De Aker en Belgiëplein. De aandacht die ik als opbouwwerker in de buurtbewoners stak, gebruik ik nu om mijn collega’s te ondersteunen. Het is een grote opgave, maar het geeft me veel voldoening. Eerder werkte ik aan de andere kant van de Sloterplas en kende ik deze buurt nog niet, maar nu voelen de locaties vertrouwd. Omdat ik in Slotermeer woon, ben ik blij dat ik daardoor privé en werk nu beter gescheiden kan houden.’

‘Ik zie wel dat Slotermeer aan het veranderen is. Dat er steeds meer jonge gezinnen komen wonen. Daardoor ben ik betrokken bij de buren die hulp nodig hebben. Dan kook ik voor hen of koop ik een bloemetje. Voordat ik bij Eigenwijks kwam werken was dat totaal anders, toen was ik veel minder betrokken bij mijn buurt.’

‘Inmiddels ben ik verliefd geworden op Nieuw-West. Het is een stadsdeel met veel uitdagingen, pijn, armoede, schulden en gezondheidsproblemen, maar mensen blijven positief. Ze doen hier veel meer voor elkaar dan in een welvarende buurt zoals in Zuid. Buurtbewoners vinden andere dingen belangrijker dan hen zelf, ondanks dat ze bijvoorbeeld in de schulden zitten. Daar heb ik bewondering voor.’

‘Voorbeelden daarvan zie ik dagelijks in mijn werk terug. Bijvoorbeeld bij de bingo die geïnitieerd wordt door 80+-ers, van wie een van hen nog geen week geleden haar man heeft verloren. Maar het zit ook juist in de kleine dingen. Hoe een buurtbewoner gespannen bij ons binnenkwam maar nu een super succesvolle groep glasschilderen organiseert. Ik mag hopen dat ik later op die manier bijdraag aan mijn buurt. Door dit werk word je met beide benen op de grond gezet en heb ik het gevoel dat ik elke dag bijdraag aan een mooier Nieuw-West.’

‘Door Eigenwijks heb ik geleerd dat ik meer kan dan ik denk. Ik ben als vrijwilliger gestart en ben nu doorgegroeid tot coördinator. Dat had ik niet van mezelf verwacht. Nu ben ik waar ik wil zijn. Ik kan mezelf zijn op mijn werk en hoef me niet anders voor te doen. Het is mijn lot.’

‘Ik woon sinds 1998 in Slotervaart. Ik was zwanger en werkte niet omdat er wat complicaties waren met de zwangerschap. Mijn buurvrouw organiseerde de koffieochtend voor Turkse vrouwen bij Eigenwijks en vroeg of ik mee wilde helpen. Die taak heb ik toen als vrijwilliger van haar overgenomen.’

‘Nadat ik een opleiding had gedaan, ben ik bij het Vrouwenontmoetingscentrum op Plein ‘40-’45 gaan werken. Daar stond ik ook met Eigenwijks in contact. Ik raakte werkloos, omdat de subsidies steeds minder werden. Eigenwijks kwam telkens weer op mijn pad. Ik solliciteerde bij Honingraat, kwam als baliemedewerker bij het Pluspunt terecht en heb toen tijdelijk taken overgenomen als coördinator. In het begin vond ik het spannend of ik het wel kon. Nu werk ik al vier jaar als coördinator bij Belgiëplein. De functie is op mijn lijf geschreven.’

‘Ik ben verantwoordelijk voor de vrijwilligers, maar ook voor activiteiten, reserveringen, verbouwingen, lekkages en het interieur. Ik vind het belangrijk dat mensen zich hier thuis voelen. Het is dus aan mij om hier een huiselijke sfeer te creëren. Ik heb dan ook veel aan het interieur veranderd sinds ik hier werk. Ik let daarbij op de details, zoals de plantjes en lichtjes. Ik vind het belangrijk om mensen welkom te laten voelen, er zijn namelijk ook veel eenzaamheid in de buurt. Er komt bijna elke dag wel een nieuwe bewoner bij ons langs. Wij ontvangen iedereen met een glimlach, gastvrijheid is voor ons belangrijk.’

‘Zelf woon ik in Slotervaart. Ik kende Nieuw Sloten voorheen nog helemaal niet, omdat ik altijd bij Plein ‘40-’45 en Geuzenveld heb gewerkt. Nu voel ik me meer verbonden met Nieuw Sloten dan met mijn eigen straat.’

‘Het is lang geleden dat ik bij Eigenwijks terecht ben gekomen. Ik denk wel zeven of tien jaar geleden. Dat laat wel zien dat ik het hier naar mijn zin heb als vrijwilliger. Voorheen werkte ik lange tijd als kledingmaker en in Nederland deed ik ernaast ook wat werk in de schoonmaak. Achter de machine werken was zwaar. Door mijn gezondheid kwam ik thuis te zitten. Mahdi, coördinator van de Aker, stelde voor dat ik bij Belgiëplein als vrijwilliger kon komen werken. Ik wilde graag weer naar buiten, iets ondernemen. Nu werk ik hier al jaren 2 à 3 dagen per week. Dat blijf ik doen tot mijn pensioen.’

‘Door dit werk, werd mijn gezondheid beter. Door het vele rondlopen viel ik af. Nu ben ik tevreden. Ik help bij het organiseren van evenementen, zoals de bingo, disco en morgen is er bijvoorbeeld een evenement klaverjassen. Ook werk ik achter de bar en ben ik er bij vergaderingen met de gemeente. Het is wel heel ander werk dan ik voorheen deed achter de naaimachine. Ik sta nu met veel andere mensen in contact. Ik vind het erg leuk hoe divers het publiek hier is.’

‘Iedereen kent mij nu in de buurt. Ik woon bij het oude Slotervaartziekenhuis. Het is een goede buurt, stil en rustig. Daarvoor woonde ik in mijn eentje in de Indische buurt in Oost. Mijn vrouw en vier kinderen waren toen nog in Egypte. Ik stond erg lang ingeschreven bij Woningnet en kreeg een huis aangeboden in Nieuw-West. Ik kon het niet geloven! De dag voordat ik mijn huurcontract zou ondertekenen, zei de meneer van de woningbouw dat het huis te klein was voor mijn vier kinderen. Er waren namelijk maar twee kamers. Hij bood me een ander huis aan dat ik mocht bezichtigen. Het huis had een grotere woonkamer en had drie kamers. Het was een heel mooi cadeau toen ik het huis uiteindelijk kreeg. Toen het huis klaar was, is mijn
gezin hierheen gekomen. Mijn vijfde kindje is hier geboren.’

‘Inmiddels is de jongste nu 18 jaar. Al mijn kinderen hebben werk en zeggen tegen me: “Papa, je hoeft niet te werken, doe maar rustig aan.” Collega’s zijn als familie. Ik houd ervan actief te zijn, en er wordt veel gelachen. Ik ben een grappige man.’

“Ik ben in Barcelona geboren en woon sinds 1984 in Nederland. Eerst in Amsterdam-Oost, toen even in Nieuw Sloten en sinds 2009 in Osdorp. Ik ben al sinds 1998 zzp-er. Ik had een groothandel zaak in het World Fashion Center. Het ondernemerschap was nooit mijn droom geweest maar het ontvouwde zich als vanzelf, als per toeval. Door veranderende privéomstandigheden heb ik na 11 jaar mijn zaak afgebouwd. Vanaf dat moment ontstond er weer, als vanzelf, een nieuwe weg die zich opende. Deze weg werd gedreven door mijn passie voor yoga. Mijn toenmalige yogadocente moedigde mij aan om een opleiding tot yogadocent de volgen. En zo begon ik in 2011 aan mijn tweede – en huidige – onderneming, een eigen yogapraktijk. In 2017 ben ik als zzp-er op dezelfde ‘toevallige’ wijze in de ouderen thuiszorg als begeleider en ondersteuner gaan werken. En zodoende transformeerde mijn ondernemerschap naar een soort 2-onder-1-kap onderneming.

Mijn leven ontvouwt zich door ‘toevalligheden’, dat mag duidelijk zijn. Tijdens mijn opleiding tot yogadocent gaf een vriendin van mij yoga in De Serre aan de Pieter Calandlaan. Zij verhuisde voor een jaar naar Engeland en bood mij haar yogagroepen aan: twee groepen van twaalf cursisten. Dit was een mooie kans, dus natuurlijk zei ik volmondig “Ja!”. Destijds werd de locatie nog door welzijnsorganisatie Dynamo beheerd. Toen zij vertrokken uit de locatie, moest ik zoeken naar een andere locatie. Toen mijn huurcontracten niet meer werden verlengd ben ik kleine groepjes les gaan geven in mijn woonkamer: banken aan de kant en de yogamatten konden zo worden uitgerold. Toen Eigenwijks haar intrek zou nemen in De Serre wist ik direct dat ik terug wilde naar deze vertrouwde locatie.

Het contact met de toenmalige directeur, Dick Glastra van Loon, was heel prettig. Hij was betrokken, meedenkend en faciliterend, waardoor ik mij heel welkom voelde. Zodra het pand was aangepast, met haar groene inrichting en open, lichte karakter, werd De Serre nóg een fijnere plek om cursisten te ontvangen en ontspanning en beweging aan te bieden.

Het bleef niet bij yogalessen. Met de tijd ontwikkelde ik ook stoelyoga. Een hele dankbare, constante en gezellige groep 65-plussers komt hier wekelijks samen voor ontmoeting, toegankelijke yoga en een gezellig koffie- en bijpraatmomentje. Inmiddels zijn er drie stoelyoga groepen, naast mijn twee reguliere yogalessen.

Sinds Eigenwijks haar intrede deed in De Serre is er veel veranderd. Wat wel gelijk is gebleven is de intentie om buurtbewoners de mogelijkheden te bieden voor ontmoeting en activiteit. Ik zie het als mijn levensmissie om mensen – en in het bijzonder ouderen – vanuit bewustzijn in beweging te houden en hen leren zich hiernaast ook te ontspannen. Daarmee dragen ze een enorme bijdrage aan hun gezondheid. Dat is ook mijn boodschap: blijf bewegen en leer loslaten/ontspannen. Zo blijft men, ook op latere leeftijd, gezond en in balans. Wil je meer weten? Neem een kijkje op www.miyoga.nl.

Namasté”

‘Ik ben de hele dag op straat met mijn scootmobiel. Dan kijk ik bij de containers of ik dingen kan opruimen of bewaren om aan andere mensen te geven. Ik ben altijd bezig om mijn eigen buurt mooi maken en mensen te helpen.’

‘Ik woon in een complex met oude mensen, ik ben met 69 jaar de jongste. Ik help mijn buren met het schoonmaken van hun huis en met boodschappen doen. Ik heb ook van sommigen de sleutel, dus als iemand midden in de nacht belt dat ’ie uit bed gevallen is, kom ik helpen. Iedere dag komen er mensen bij mij thuis koffie drinken. Als mijn buurman er om 11:30 uur nog niet is, kom ik hem halen. Twee jaar geleden is zijn vrouw overleden en hij heeft veel verdriet. We gaan samen naar de begraafplaats om bloemen te brengen. Hij heeft ook een scootmobiel, dus dan gaan we samen racen.’

‘Als er mensen zijn overleden in mijn gebouw, help ik met het schoonmaken van hun huis. De spullen die over zijn, sla ik op in mijn grote schuur en geef ik aan mensen die het nodig hebben. Mensen hebben er ook misbruik van gemaakt: ze vragen om een wasmachine om die vervolgens te verkopen. Maar sommige mensen hebben echt niks: geen vloerbedekking en geen glas om water uit te drinken. Dan zeg ik: “neem wat je nodig hebt!”. Ik hou van mensen, ik hou niet van materialen.’

‘Ik word heel blij van mensen helpen. Mijn moeder was ook zo en ik heb het ook aan mijn dochters meegegeven. Ik werk ook als vrijwilliger in het ziekenhuis om patiënten te bezoeken die geen bezoek krijgen. Dan ga ik met ze praten en koffie drinken.’

‘Op zondag krijg ik eten van de Sikh tempel. Ik warm het thuis goed op en breng het met borden en glazen op mijn scootmobiel naar het Vondelpark om het daar uit te delen. Soms als het regent of koud is, ga ik naar buiten en dan vraag ik dakloze mensen of ze een slaapplek hebben. Ze mogen bij mij thuis komen als ze daar geen drugs gebruiken of roken. Ze mogen douchen en ik maak eten voor ze. Als ik iemand op straat zie met problemen, vraag ik of ik kan helpen. Ik probeer altijd bezig te blijven.’

‘In 2023 kreeg ik de Boom van Verdienste en dat had ik niet verwacht. Een vriend zei: “Sharma, er is een gratis feest. Kom, we gaan!” En ik zei: “Nee, ik drink niet!”. Hij haalde me over. Ik ging daar cola drinken en toen sprak een vrouw op het podium over een man die met een scootmobiel boodschappen brengt bij mensen thuis. Toen sprong ik ook op het podium en was ik heel blij!’

‘Ik probeer altijd positief te blijven in het leven. Positief zijn is goed voor jezelf, voor anderen en voor de toekomst. Niemand weet wat er morgen gebeurt, dus het is beter om goed te blijven met elkaar. Lachen is gratis!’

“Tijdens de uitreiking van Ambassade van de Verdraagzaamheid vanuit de stichting Eén Land Eén Samenleving kwam ik met Eigenwijks in contact. We organiseerden deze jaarlijkse uitreiking in 2019 in De Serre waar ik met toenmalig directeur Dick Glastra van Loon in gesprek raakte. Ik vertelde over de maatschappelijke verantwoordelijkheid die ik sterk voel en neem. Dick was hier zo van gecharmeerd dat hij wilde uitzoeken of ik mij op een of andere manier bij Eigenwijks zou kunnen aansluiten. Zodoende werd ik uitgenodigd om in gesprek te gaan over een bestuursfunctie bij Eigenwijks. De klik was er vrijwel direct en met het vertrek van de toenmalige voorzitter Lieke Mensink mocht ik na een sollicitatieprocedure in januari 2021 plaatsnemen op de voorzittersstoel.

Door de Corona-periode en het meermaals tijdelijk sluiten van onze locaties volgde een bizarre periode. Ik kijk terug op een hectische tijd, maar tegelijkertijd ook op een periode waarin duidelijk werd wat deze organisatie zo sterk maakt. Dat is enerzijds de overduidelijke noodzaak van ons bestaan en anderzijds de veerkracht van de mensen. Zowel van onze collega’s en vrijwilligers als onze buurtbewoners.

Eigenwijks heeft een bestuur op afstand, waardoor wij binnen onze functie niet direct te maken hebben met bewoners. Toch kunnen we via onze werkorganisatie goed op de hoogte gehouden worden van wat er zoal speelt in het werk van Eigenwijks. Een belangrijk onderdeel van de structuur van Eigenwijks is onze bewonersraad. Deze is opgebouwd uit afgevaardigden van betrokken organisatie in de haarvaten van Nieuw-West. Hierdoor komen we ook veel meer te weten over wat er zoal speelt in onze wijken. Van de gesprekken die ik met collega’s en bewoners heb tijdens activiteiten of borrels word ik heel blij. Daar krijg ik veel energie van. Maar ook het moment dat je als bestuurslid hoort dat iets – zoals een subsidieaanvraag voor onze inzet bij het Asielzoekerscentrum – tóch gelukt is, voelt als een waar geluksmoment.

Een samenleving bouw je niet alleen. Een samenleving bouw je makkelijker door elkaars motivatie en zorgen te kennen. En hier begrip voor te hebben. Als organisatie werken wij er hard aan om mensen daarin sterker te maken, dat bewoners – in alle lagen van de bevolking – zich kunnen mobiliseren en activeren. Ik hoop dat we als samenleving in Nieuw-West blijven werken aan ‘employability’, oftewel inzetbaarheid. Zo zorg je ervoor dat mensen constant blijven leren en zo de innerlijke kracht voelen om in principe overal aan het werk te kunnen.

Ik gun iedereen de rust om goed na te denken over dingen. Om nuance op te zoeken en met elkaar in gesprek te gaan in plaats van constante discussies op te zoeken. Ik streef naar een samenleving waarin iedereen veel meer herkenning weet te vinden in de ander.”

Je moet niet alleen blaffen, maar ook bijten. Oftewel: niet alleen zeuren, maar ook doen. Wil je een Keti Koti viering in je buurt? Dan ga je dat toch organiseren. Wil je gezellig samen koken, dan begin je een kookgroep. Ik kan niet eens koken. Ik kan wel mensen bijeenbrengen en de leiding nemen. Van vrijwilligerswerk, van mensen blij maken, kikker ik op. Het leert mij m’n grenzen te verleggen. Het is gezellig én goed tegen de eenzaamheid.

Ervelin Monk, Keti Koti/diverse clubs buurthuis De Aker

Niet onverschillig zijn. Niet de deur achter je dichttrekken en denken: wat er buiten gebeurt, interesseert me niet. Er speelt zoveel in de buurt en ik wil de mensen op de hoogte houden. Omdat je omgeving kennen en oog hebben voor de ander een buurt mooier maakt. De krant die we met het team maken gaat echt ergens over. Over je buurt, over je buren. Als die daar wat aan hebben, heb ik dat ook.

Cees Fisser, eindredacteur NieuwSloten Nieuws

Zorgtaken thuis kwamen tussen droom en werkelijkheid te staan. Naar de Rietveld wilde ik gaan. Het werd een kortere opleiding en een mozaïekcursus in het buurthuis. Tijdens de les worden mooie dingen gemaakt en verhalen gedeeld. Ik heb mensen hier al mozaïekend op zien bloeien. Mij geeft het een plek waar ik fijn onder de mensen ben en me creatief kan uiten. Is het kunstenaarschap toch een beetje uitgekomen.

Sarah Hogenbirk, mozaïekgroep

Vrijwilligerswerk moet nooit zelfopoffering zijn. Je mag je goed voelen bij wat je doet, zodat het jou ook wat geeft. Ik vind het fijn mensen in mijn buurt te kennen. Dat je op straat elkaar groet, een praatje maakt of zelfs samen iets onderneemt. Jack Nicholson zei het zo mooi in een van zijn films: it makes me feel good… about me. Dat klopt. Wat goed is voor de buurt, is goed voor mezelf.

Yvonne van Kruijssen, rondleider Molen van Sloten/oprichter Stadsdorp De Aker

Stilzitten is niks voor mij. Ik vind het heerlijk om onder de mensen te zijn. Om buiten te zijn, mensen te spreken. Dat is nooit een opgave, het geeft me juist energie. Mensen reageren ook leuk op wat we doen. Dat maakt het nog fijner om je in te zetten. Voor je buren, voor de buurt en een beetje voor mezelf. Ik blijf actief en heb thuis altijd wat leuks te vertellen.

Dick van den Abeele, Groen Groep Nieuw Sloten

‘Ik ben sinds 2015 met pensioen en toen dacht ik: “Als ik zelf niks doe, kijken wat er gebeurt.” Nou dan gebeurt er dus niks! Daar kwam ik snel achter. Ik ben toen vrijwilligerswerk gaan doen. Eerst als leesopa op een islamitische school in Osdorp en daarna als taaldocent bij Eigenwijks. Ik geef Nederlandse taal voor mensen met een andere moedertaal: dinsdag voor beginners en woensdag voor gevorderden. Sommige mensen zitten al heel lang bij mij op les en willen ook eigenlijk niet weg. Ze vinden het een wekelijks uitje!’

‘De doelstelling is tweeledig: enerzijds is het natuurlijk om de taal beter te leren, maar anderzijds vind ik ook dat we lol moeten hebben met z’n allen. Ik heb maar een paar regels: we lachen elkaar niet uit, maar wel toe. En als ze niet kunnen komen, vind ik dat ze me moeten appen. De sfeer is gemoedelijk, maar we werken ook wel hard. En dat doen ze allemaal zelf.’

‘Lesgeven geeft mij heel veel voldoening. Het vertrouwen dat de cursisten in me hebben doet me goed. Ik stel ze altijd erg op hun gemak. Dat ze er mogen zijn met alles wat ze goed en fout doen. Ik zeg ook altijd tegen ze: “van je fouten leer je het meest, dus maak vooral veel fouten”.’

‘Ze weten ook wanneer ik jarig ben en besteden ze daar aandacht aan. Dat is heel leuk. Ze halen cadeautjes en bakken een cake of zo en dan leer ik ze “Lang zal ze leven!”. Ik deel de tekst uit en dan zingen we allemaal “Hij leve hoog, hij leve hoog”. Ik ken ook hun verjaardagen natuurlijk, dus dan doen we ook wat feestelijks.’

‘Ik kom ook regelmatig cursisten tegen op de markt. Het is leuk, want dan komen ze enthousiast op me af en word ik voorgesteld aan hun partner en kinderen. Dan staat er zo’n klein meisje voor je: “Bent u de meester van de Nederlandse les?”

‘De meeste bewoners willen helemaal niet weg uit Nieuw-West, want in dit stadsdeel wordt je niet uitgelachen als je een hoofddoek draagt. Ze kunnen min of meer zichzelf zijn, maar ze willen graag wat meer met de buurvrouw kunnen praten. Nou dan komen ze bij mij op les!’

‘Ik heb helemaal niet het idee dat ik moet ophouden met lesgeven. Het was wel even spannend, want ze hebben in mei longkanker bij mij geconstateerd. Het viel eigenlijk nog wel mee, uiteindelijk hebben ze bestralingen gedaan en die lijken goed te zijn aangeslagen. Ik heb me er helemaal niet druk om gemaakt eigenlijk, maar ik heb wel een tijdje geen nieuwe cursisten aangenomen. Ik dacht: ik kan ze wel uitnodigen, maar dan kan ik ze misschien geen lesgeven. Het geeft mij veel structuur en helpt mij om actief te blijven.’

‘Ik bemiddel al jaren. Dat is een gave die ik heb. Al van kleins af aan was ik tussenpersoon op Curaçao en wees ik mensen de weg. Daar kende ik bijvoorbeeld een werkloze zeeman die hield van verhalen vertellen. Ik hoorde dat ze ergens bemanning zochten voor een schip en hielp hem weer aan werk. Ik houd van avontuur en heb zelf ook gevaren op de grote vaart. Ik heb in Rotterdam gewoond, de grootste haven ter wereld waar je zeemannen van over de hele wereld ontmoet! Nu woon ik twintig jaar in Nieuw-West.’

‘In Nederland heb ik via de kerk een cursus gevolgd en ben ik jaren betrokken geweest als sociale hulpverlener bij het bemiddelen van jongens van de straat. Ik bracht drugsverslaafden naar de opvang. Ik had een naam: “Vraag het aan Winston, hij weet de weg!” Ik heb vroeger ook verslaafden opgevangen in mijn huis en zocht vervolgens een plekje voor hen. Zo kende ik een jongen die drugs gebruikte en zo lekker kon koken. Ik benaderde een kennis die een restaurant heeft en die jongen heeft daar jaren gewerkt. De eigenaar zegt altijd hij mij ziet: “Jij hebt goed personeel voor mij gestuurd! Dat vergeet ik nooit meer.”’

‘Ik ben 78 en heb energie! Zolang er mensen zijn en zolang er sociaal contact is, kun je bemiddelen! Ik woon nu in Slotermeer en ben betrokken bij het organiseren van verschillende activiteiten zoals tafeltennissen in de Honingraat. Ik was altijd betrokken bij buurthuizen bij het organiseren van dagjes uit, kaartspelen en domino.’

‘Mijn mooiste herinneringen zijn het organiseren van activiteiten samen met mijn vrouw. Zij is nu overleden. Ze kon heel lekker koken, dus we maakten eten voor grote feesten. Vanuit een Antilliaanse stichting organiseerden we iedere maand feesten in Nieuw-West en die waren tjokvol! Als je te laat was, dan was het eten op. Antillianen uit het Caribisch gebied houden van feesten. Mensen kwamen zelfs speciaal vanuit Rotterdam en Den Haag!’

‘De grootste les die ik wil meegeven is dat je moet doen wat je kan. Dat heb ik
geleerd bij Eigenwijks. Door een herseninfarct is mijn man ziek geworden. Hij ligt inmiddels al zes jaar in een verpleeghuis. Ik wilde in die periode graag blijven werken, maar niet meer op het niveau dat ik daarvoor deed. Daar heb ik bij Eigenwijks de gelegenheid voor gekregen. Ik was teamleider bij De Aker en dat was te zwaar. Van de vorige directeur Dick kreeg ik de kans om te doen wat ik leuk vond. Vanaf toen ben ik overgestapt naar de Serre. De laatste paar jaar tot mijn pensioen was ik daar gastvrouw. Ondertussen was ik mantelzorger voor mijn man. Het is zwaar geweest, maar door de goede ondersteuning en lieve collega’s ben ik er doorheen gekomen.’

‘Als gastvrouw ontving ik mensen, deed ik de verhuur en maakte ik de lunch.
Mensen blij maken, op hun gemak stellen en welkom heten: dat is mijn ding. Daar was ik altijd heel prat op. Ik heb eigenlijk een ontzettend leuke periode gehad. Sommige mensen zeggen dat je niet moet werken in de buurt waar je woont, maar ik vind dat niet. Dat is het leukste wat je kan hebben.’

‘Ook nu kom ik nog veel buurtbewoners tegen als ik wandel met mijn hond. Ik heb altijd een hond gewild. Mijn eerste en tweede man wilden dat niet. Ik wilde die hond ook niet de hele dag alleen laten. Daarom was ik van plan te wachten tot mijn pensioen. Maar Dick zei: “Waarom na je pensioen? Doe het maar, dan heb je een beetje gezelschap.” Toen kreeg ik de gelegenheid haar tussen het werk door uit te laten.’

‘Mijn levensverhaal ligt als een boek in De Serre. Vanuit Esan, Energieke Senioren Amsterdam Nieuw-West, ben ik daarvoor benaderd. Ieder jaar wordt er over tien mensen een boek geschreven. Het is een levensboek om zo veel mogelijk verhalen levendig te houden. Ik heb in een interview mijn verhaal verteld aan een schrijfster. Dat verhaal is vormgegeven tot een boek. Het is wel een langdurig proces geweest. Ik ben maandenlang elke twee weken geïnterviewd. En ik moest foto’s uitzoeken. Maar uiteindelijk heb ik alles gevonden. Ik vind het niet spannend dat mensen dat nu kunnen lezen, ik heb geen geheimen.’

‘Ik zit in de muziekgroep Westside Kawina. Het is een traditionele Surinaamse
muziekgroep, met Afrikaanse roots. We spelen drums en percussie. Meestal speel ik de conga, maar ik ben ook de manager. Na mijn pensionering in 2011 ben ik met de jongens in de buurt in contact gekomen. Op het pleintje in Slotermeer kwamen we in de zomer altijd samen. We ontdekten dat we muziek speelden en zo is de band ontstaan.’

‘Elk jaar spelen we voor de buurt tijdens de Surinaamse onafhankelijkheid. Het wordt altijd goed bezocht. Dit is de Afrikaanse cultuur die is meegenomen door tot slaaf gemaakten. De teksten gaan over de geschiedenis van Suriname. Maar ook het hedendaagse leven. Het publiek danst en zingt mee.’

‘Muziek is zelfexpressie. Muziek maakt je vrij. Als je bezig bent met muziek dan is er niets om je heen. Je denkt niet na of je belasting moet betalen of iets anders moet doen. Het is nu een moeilijke tijd waardoor mensen meer bezig zijn met overleven. In plaats van muziek maken, gaan ze zwart geld verdienen of gokken. De behoeften zijn geshift. Kijk, you mustn’t forget where you’re from. Door muziek weet je waar je vandaan komt. Als je niet weet waar je vandaan komt, hoe ga je dan verder? Dan ga je zelf de plicht voelen om de cultuur waar je vandaan komt in stand te houden.’

‘Op een gegeven moment hadden we nergens meer om te oefenen. In de
buurthuizen in het park of op Plein ‘40-45 konden we niet oefenen in verband met het geluid. Toen heb ik via Sibbele van Eigenwijks contact gekregen met De Vlugt. We hebben daar geen vaste oefenplaats, omdat we geen huur betalen. Als er een toneelgroep wil oefenen, dan krijgen zij voorrang. We proberen nu via het AFK subsidie te krijgen, zodat we huur kunnen betalen en meer stabiliteit hebben. Dan willen we ook graag uitbreiden naar theater en andere activiteiten. Wij willen het zo laagdrempelig mogelijk houden, zodat een gezin geen geld hoeft te betalen om met de bus te komen en vrij naar binnen kan komen voor een hapje en een drankje.’

‘Ik kwam pas met de bandleden in contact na mijn pensioen. Daarvoor werkte ik namelijk in de gevangenis als arbeidsmedewerker. Gedetineerden hebben recht op werk in de gevangenis. Ik legde het hen uit en zorgde dat ze niet met elkaar vochten. Ik probeerde wel afstand van mijn werk te houden, waardoor ik altijd in Utrecht heb gewerkt. Ik ben altijd leidinggevend en organiserend geweest. Ik vind het leuk.’

“Hi Annemieke, kun je jezelf voorstellen?”

“Ik ben Annemieke Polet, 56 jaar en woon sinds 1992 in Amsterdam. Mijn moeder maakte kleding voor mij en mijn Barbies. Prachtig vond ik dat. Als tiener was ik erg geïnteresseerd in alles wat met mode te maken had. Daarom ging ik toen ik 17 jaar was naar de Modevakschool om patronen te leren tekenen en daar kleding van te maken.

Omdat ik ook dol was op sieraden ging ik naar de Vakschool Edelsmeden om sieraden te leren maken. Ik was 25 jaar toen ik met deze opleiding klaar was. Ik wist niet goed wat ik nou wilde. Ja, iets met mode of sieraden maar wat dan precies en hoe moest ik dat aanpakken. Ik werkte part time bij de bioscoop de City op het Leidseplein. Daar ben ik toen full time gaan werken. Ik heb een ontzettend leuke tijd daar gehad met leuke collega’s waarmee ik het nachtleven van Amsterdam ontdekte.

Na 6 jaar wilde ik toch iets anders gaan doen. In de jaren daarna heb ik van alles gedaan zoals reisburomedewerker, telefoniste, receptioniste, managementassistente, goudsmid en verkoopster bij diverse werkgevers. In mijn vrije tijd vermaakte ik graag kleding. Om kleding te maken had ik helaas geen energie en van al die banen werd ik heel erg ongelukkig. Ik kon mijn creativiteit er totaal niet in kwijt. Na een loopbaantraject ben ik naast diverse part time banen 2 avonden naailes aan tieners gaan geven bij Combiwel.

Ik wilde weer graag iets met kleding maken doen. Online vond ik de modevakschool Ensaid van Violetta Voortman en begon ik met de coupeuse opleiding waar ik tot op heden nog mee bezig ben en ontzettend veel leer. Violetta is mijn voorbeeld. Zij heeft mij heel veel geleerd over het modevak en het lesgeven en mij de kracht gegeven om zelf naailessen te gaan geven. Daar ben ik Violetta ontzettend dankbaar voor.”

“Wanneer kwam je voor het eerst in aanraking met Eigenwijks?”

“De modevakschool van Violetta zocht een nieuwe plek. Door een tip van een cursiste gingen we in gesprek met Dick, de toenmalige directeur van Stichting Eigenwijks, voor een beschikbare ruimte. Die was er en het klikte enorm met Dick en zo is de modevakschool van Violetta bij Eigenwijks gestart. We zijn ontzettend blij dat we de ruimte hebben want wij vinden het ontzettend fijn om deel uit te maken van Eigenwijks. Zij staan voor verbinding met mensen van alle culturen. Daar houden Violetta en ik ook erg van.”

“Wat is je mooiste herinnering aan Eigenwijks?”

“Mijn mooiste herinnering aan Eigenwijks is de kans die Dick mij gaf om met de kindernaailes te starten. Ik wist niet hoe ik het aan moest pakken. Ik vertelde dat aan Dick en vroeg hem toen of ik het 2 maanden mocht uitproberen. Dat mocht van hem en ik ben toen reclame gaan maken. In die 2 maanden kreeg ik genoeg aanmeldingen voor de kindernaailes en zo ben ik begonnen. Ik ben Dick ontzettend dankbaar dat hij mij deze kans heeft gegeven.”

“Heb je een boodschap of levensles voor de buurt?”

“Mijn levensles is; als je iets wilt blijf dan niet thuis zitten totdat het naar je toekomt. Niemand gaat bij je aanbellen om je aan je hand mee te nemen naar datgene waarnaar je op zoek bent. Ik heb een enorme weg afgelegd en veel geleerd om te komen daar waar ik nu ben. Vertel aan mensen wat je wilt en de juiste mensen verschijnen op je pad. En door te ondernemen en te ervaren wordt het duidelijk waar je naar op zoek bent en raak je op je plek!”

‘Buurthuis de Honingraat is mijn thuis! Ik ben er al heel lang vrijwilliger. In 1982 heb ik een ongeluk gehad en toen kon ik niet meer werken. Ik begon in het buurthuis te helpen bij koffieochtenden: praten met de mensen en vragen of ze iets nodig hebben. Dat doe ik nog steeds elke vrijdag. Mensen eten gezellig samen en we praten met elkaar. Een schoof een politieagent aan om te vragen wat de buurt nodig heeft.’

‘Ik heb de Boom van Verdienste gekregen omdat ik al 38 jaar buren help. Het geeft een goed gevoel om mensen te helpen. Ik heb vroeger ook fiets- en zwemlessen gegeven. Ik heb mijn A en B diploma en fietsen leerde ik al in Turkije. Ik heb ook naaigroepjes waar ik mensen leer breien, haken en werken op de naaimachine.’

‘Ik woon vanaf 1971 in Nieuw-West. Ik was de eerste Turk in de straat! Ik geef 15 jaar Turkse les aan vrouwen. Iedereen in de buurt moet de Nederlandse taal leren, maar pas als mensen hun eigen moedertaal spreken, kunnen ze goed Nederlands leren. Sommige van die dames waren nog nooit bij de grachten geweest, dus ik organiseerde een boottocht. Mannen kwamen overal en gingen naar het koffiehuis, maar de vrouwen waren nog nooit op de Dam geweest. Ik bracht de vrouwen ook naar Volendam. Ik wou daar graag in Volendammer klederdracht lopen, maar de vrouwen wilden dat jammer genoeg niet. Wist je dat ze daar een ander dialect praten?’

‘Mijn droom voor de toekomst van Nieuw-West is een schone buurt met mensen die goed contact hebben met elkaar. Het maakt niet uit welk land je komt, jong of oud: mens is mens. Sommige mensen praten vies: “Hollanders dit” of “Turken dat”. Nee, je bent hier geboren, dit is jouw thuis! Als ik in Turkije ben, zien ze mij als buitenlander. In Nederland wil ik mijzelf niet zien als een buitenlander, want dit is ook mijn land sinds ik 22 ben. Ik hoop dat mensen goed contact hebben met elkaar: geen grote mond. Turken zeggen: Inshallah, als God het wil. God geeft de mensen hersenen, ogen en oren en de mensen moeten het doen: netjes praten, netjes zien en de hersenen goed gebruiken.’

Onze wensen voor 2024

Tijdens de nieuwjaarsreceptie van 9 januari hebben verschillende bewoners, vrijwilligers, initiatiefnemers en professionals uit de buurt lieve verjaardagswensen en gelukswensen gedeeld op ansichtkaarten. Aankomende tijd vind je op al onze locaties nog leuke kaartjes waar je ook een wens kunt delen.